
Leiderschap is geen kwestie van lakens uitdelen
Zolang we spreken over lakens uitdelen, blijven we leiderschap verwarren met macht.
‘Ook de schooldirecteur is steeds vaker een vrouw,’kopte Trouw vrijdag 24/10, met daaronder de zin: ‘In het voortgezet onderwijs delen mannen nog wel de lakens uit.’
Die uitdrukking verraadt precies waarom de discussie over leiderschap en gender in Nederland maar niet verder komt. Wie “de lakens uitdeelt”, bepaalt. Het is een uitdrukking die macht koppelt aan dominantie. Maar leidinggeven anno 2025 gaat allang niet meer over bevelen uitdelen, maar over samenwerken, luisteren en richting geven.
Over inspireren in plaats van instrueren. Taal vormt onze werkelijkheid. Onderzoek van Hideg et al. (Harvard Business Review, 2024) laat zien dat vrouwen in leiderschapsrollen nog altijd anders worden beoordeeld dan mannen, zodra zij emoties tonen. Bij mannen geldt datzelfde gedrag als daadkracht. Een studie van Tremmel (Frontiers in Psychology, 2023) wijst in dezelfde richting: woorden waarmee leiders worden beschreven, van ‘besluitvaardig’ tot ‘zorgzaam’, blijven sterk gendergecodeerd.
Die framing lijkt onschuldig, maar bevestigt een diepgeworteld beeld: leiderschap hoort bij macht.
Macht hoort bij mannen.
Empathisch leiderschap werkt. Onderzoek van Hougaard et al. (Connect with Empathy, But Lead with Compassion, Harvard Business Review, 2021) toont dat teams beter presteren onder leiders die empathisch communiceren en samenwerking stimuleren. Opvallend: die stijl komt net zo vaak voor bij mannen als bij vrouwen.
Er is dus geen ‘vrouwelijk’ of ‘mannelijk’ leiderschap, alleen effectief en ineffectief.

Ik herinner me een leidinggevende die tijdens een training ‘inzicht in gedrag’ zei: ‘Als ik niet ingrijp, gebeurt er niets.’ Goed leiderschap was in haar ogen synoniem voor ‘controle houden’. Toen ze dat losliet, ontstond er ruimte voor ander gedag en ging haar team elkaar aanspreken en initiatief nemen. De resultaten verbeterden, maar belangrijker nog: de sfeer werd opener. Niet omdat ze de regie kwijtraakte, maar omdat ze vertrouwen gaf.
Het doet me denken aan Jacinda Ardern, voormalig premier van Nieuw-Zeeland, die na de aanslag in Christchurch zei: ‘
Ik zal de naam van de dader niet uitspreken.’Daarmee toonde ze dat leiderschap niet draait om dominantie, maar om richting geven aan wat moreel juist is. Ze gebruikte taal niet om controle te nemen, maar om betekenis te geven. Zulke keuzes laten zien dat leiderschap begint bij bewust taalgebruik.
In mijn werk zie ik wat er gebeurt als organisaties leiderschap opnieuw definiëren. Wanneer leidinggevenden niet meer ‘de lakens uitdelen’, maar ruimte maken voor initiatief, stijgt de betrokkenheid en daalt het verloop. Leiderschap is geen soloact, maar een collectieve prestatie. Juist dat maakt de discussie over man/vrouw zo vermoeiend: ze vertrekt vanuit een ouderwetse tegenstelling, terwijl samenwerking de kern vormt van leiderschap.
Door cijfers over het geslacht van leidinggevenden te koppelen aan hiërarchische taal, houden we een achterhaald machtsmodel in stand. Dat er meer vrouwelijke schooldirecteuren zijn, is mooi. Maar zolang we blijven doen alsof leiderschap vooral draait om macht, zien we niet wat er werkelijk verandert: de aard van leidinggeven zelf.
Laten we ophouden met het tellen van mannen en vrouwen aan de top, en beginnen met begrijpen hoe goed leiderschap werkt, ongeacht het geslacht van de leider.
Ook in de politiek zien we dat oude machtsdenken nog diep verankerd zit.
De toon van het debat, scherp, strategisch, gericht op winnen laat zien hoezeer we macht verwarren met gezag. Terwijl we als samenleving snakken naar leiders die verbinden in plaats van verdelen, die luisteren in plaats van veroordelen. Woensdag kiezen we niet alleen partijen, maar ook het soort leiderschap dat we wenselijk vinden. Het verschil zit niet tussen links en rechts, maar in autoritair en relationeel leiderschap.
De vraag is niet wie de lakens uitdeelt, maar wie ze durft te delen.










